Vraag het aan Esther: de buitentemperatuur in de koellastberekening

Deze week gaat het over de buitentemperatuur in de koellastberekening van Vabi Elements. Op de servicedesk krijgen we vaak vragen over het zelf aanpassen van de buitentemperatuur in de module koellast in Vabi Elements. Daarom hebben we besloten om hier nader toelichting op te geven.

  1. Hoe wordt de buitenconditie eigenlijk bepaald in koellast?
  2. Kan een gebruiker deze gegevens zelf aanpassen?

Hoe wordt de buitenconditie eigenlijk bepaald in koellast?

Temperatuur

De buitenconditie die in een koellastberekening wordt toegepast is afhankelijk van het gekozen klimaatjaar. In NEN 5067 wordt mede verwezen naar de klimaatjaren die in 2008 in NEN 5060 zijn vastgelegd. Daarom zijn de keuzes in Elements beperkt tot:

  • NEN 5067 1985
  • NEN 5060 ref T01 zeer streng
  • NEN 5060 ref T02 streng
  • NEN 5060 refT05 gematigd

In een koellastberekening wordt per ruimte het benodigde koelvermogen bepaald. Hierbij wordt over één dag ieder uur de benodigde koeling berekend én wordt er voor deze dag naar 5 verschillende maanden gekeken: mei, juni, juli, augustus en september. De buitentemperaturen (per uur over een dag) in deze 5 maanden zijn vastgelegd in NEN 5060 zoals in de figuur hieronder (tabel C.3 uit NEN 5060).

Als er in een berekening met het T01 jaar bepaald is dat het maximum van de koellast in een ruimte in augustus optreedt, dan wordt er in de daguitvoer per uurvak de temperatuur weergegeven zoals in het omkaderde gedeelte in de tabel. De uitvoer ziet er dan als volgt uit:

De buitentemperatuur is dus afhankelijk van de onder projectgegevens, omgeving gekozen klimaatfile.

Zoninstraling

De zoninstraling komt uit dezelfde klimaatfile.

Vochtgehalte

Het vochtgehalte buiten (projectgegevens, omgeving) en het vochtgehalte binnen (sjabloon ruimte-eisen) bepalen de latente koellast indien er met infiltratie (sjabloon ventilatie) wordt gerekend.

Kan een gebruiker deze gegevens zelf aanpassen?

Nu krijgen we van gebruikers vaak de vraag of ze de buitentemperatuur zelf kunnen invoeren. Maar daar de koellastberekening gebaseerd is op een Nederlandse norm (NEN5067) kan er alleen gerekend worden met de (Nederlandse) klimaatfiles zoals in deze norm voorgeschreven. Als de opdrachtgever eist dat de berekening uitgevoerd wordt met een aangepaste buitentemperatuur, dan wordt er van de norm afgeweken. Er is een mogelijkheid om hier tóch mee te rekenen.

Als er geen ramen in het project aanwezig zijn dan is het voldoende om bij eigenschappen bouwdelen de keerzijde te wijzigen naar een constante temperatuur in plaats van de buitenconditie.

Maar doorgaans zijn er uiteraard wél ramen aanwezig en als we dan de keerzijde overrulen dan wordt er niet meer met zoninstraling gerekend.

Dan is de workaround als volgt:

  • Modelleer een ruimte óm het hele gebouw (let op dat de dakconstructie en buitenmuren nu automatisch een andere constructie krijgen, dus wijzig deze eventueel weer terug)
  • Maak deze compleet van glas met een hoge doorlating
  • Vink bij projectgegevens projectinstellingen aan dat interne zondoorstraling wordt meegenomen in de berekening
  • Geef bij de ruimte-eisen voor deze ruimte de gewenste conditie op (de alternatieve buitentemperatuur, bijvoorbeeld 35°C)
  • Geef deze ruimte een afgiftesjabloon zónder koeling
  • Maak een berekening inclusief deze ruimte

Wil je meer informatie of heb je een vraag? Neem dan contact met ons op, we helpen je graag verder.

Gerelateerde artikelen

26 september 2024
Vraag het Esther: Deze week gaat het over PvE Gezonde Kantoren

In het Programma van Eisen Gezonde Kantoren komen ook vraagstukken over het comfort aan de orde. Ik zal dit keer ingaan, hoe met behulp...

24 september 2024
Sneakpreview: Vabi EPA en Vabi Assets 11.1

Begin november staat er een nieuwe update op de planning, Vabi EPA en Assets 11.1. Naast de verschillende noodzakelijke verbeteringen zijn er ook enkele...

24 september 2024
Transitievisie Warmte naar warmteprogramma: wat houdt het in?

In 2021 hebben alle gemeenten een Transitievisie Warmte op moeten opstellen. Hierin geven de gemeenten per wijk aan wat het meest waarschijnlijke duurzame alternatief...