Delft, 21 januari 2016 – Er zijn nog veel vragen over het verschil tussen de Energie-index en het definitief label. Hoe komt het dat de Energie-index na energetische ingrepen verbetert, maar het definitief label in sommige gevallen niet? Het heeft te maken met het feit dat het Nader Voorschrift gebaseerd is op een groot aantal parameters en het definitief label op slechts enkele parameters. Ter verduidelijking hebben wij de parameters van het definitief label voor u op een rijtje gezet en een aantal voorbeeldberekeningen gemaakt om het verschil te illustreren.
fig. 1: Energie-index
fig. 2: Definitief label
Op welke parameters is het definitief label gebaseerd?
Onderstaande woningkenmerken worden middels een voorgeschreven trechter van de detailmethode overgenomen naar de vereenvoudigde methode. Deze woningkenmerken worden in het monitorbestand doorgegeven. Alle overige invoer wordt niet gewaardeerd voor het definitief energielabel.
- Woningtype en subtype
- Bouwjaar
- Extreem goed geïsoleerd
- Beglazing leefruimte
- Beglazing slaapruimte
- Isolatie gevel
- Isolatie dak
- Isolatie vloer
- Verwarmingstoestel
- Warm tapwatertoestel
- Ventilatiesysteem
- Zonneboiler
- Oppervlakte PV
Een voorbeeldberekening
Als voorbeeld hebben wij een hoekwoning op een tussenverdieping van een portiek uit 1937 energetisch verbeterd. De woning heeft een eenvoudige gebouwschil en een gevel met spouw, enkel glas en panelen met spouw. De woning heeft geen vloer of dak (aangezien het een tussenwoning betreft). De woning wordt niet mechanisch geventileerd (natuurlijke ventilatie) en verwarmd met een combiketel met een conventioneel rendement. De woning heeft een Energie-index van 3.29 en een definitief label D.
Voor de voorbeeldberekening hebben wij de volgende verbeteringen doorgevoerd:
- Voorbeeld 1: Vervanging CV-ketel
- Voorbeeld 2: woningverbetering door renovatie
- Voorbeeld 3: comfortverbetering middels ventilatie
- Voorbeeld 4: complete verbetering
| Energie-index | Definitief label | |
| Basiswoning | 3.29 | D |
| Voorbeeld 1.1 – HR107 | 2.16 | C |
| Voorbeeld 1.2 – micro-wkk | 1.88 | C |
| Voorbeeld 2 – renovatie | 1.86 | B |
| Voorbeeld 3 – renovatie + ventilatie | 1.91 | C |
| Voorbeeld 4 – totale verbetering | 1.01 | C |
Waarin zitten nu de verschillen?
In de voorbeelden is te zien dat de Energie-Index sterk verbeterd, maar dat het definitief label nauwelijks verandert. Kijken we naar voorbeeld 1 dan zien we dat de HR107 ketel in het definitief label wordt gewaardeerd als een ketel na 1998. Plaatsen we een micro-wkk dan zien we de Energie-Index verbeteren (van 2.16 naar 1.88), het definitief label blijft echter C omdat de micro-wkk ook wordt gewaardeerd als een ketel na 1998. Sommige opwekkers worden dus niet gewaardeerd in het definitief label.
Een ander verschil is dat voor de Energie-index wordt gerekend met een vaste Rc-waarde voor een bepaalde isolatiedikte (indien bekend). Voor het definitief label wordt met een vast Rc-waarde gerekend die, per bouwjaarklasse, slechts drie verschillende waardes kent (geen na-isolatie, na-isolatie en extreem goed geïsoleerd).
Een derde voorbeeld is dat voor de Energie-index wordt gerekend met verschillende ventilatiesystemen, waarbij maatregelen om het energieverbruik te beperken zijn meegenomen, zoals een gelijkstroom ventilator, (HR-) warmteterugwinning (WTW) en CO2- of tijdsturing. Voor het definitief label wordt bij mechanische ventilatie alleen een gelijkstroomventilator gewaardeerd.
Kijk dus niet raar op als het verschil tussen de detail- en vereenvoudigde methodiek soms onverwachte uitkomsten geeft.Mede door feedback uit de markt heeft RVO.nl onderzoek gedaan naar de resultaten van het definitief label. Op basis van dit onderzoek zijn er in de trechter enkele wijzigingen doorgevoerd. Er zijn onder andere wijzigingen doorgevoerd voor het bepalen van:
- de gemiddelde U-waarde voor glas
- de totale Rc-waarde van vloeren
- de bepaling van het tapwatersysteem voor badkamer of keuken
In Vabi EPA-W en in Vabi Assets Energie is de bovengenoemde verfijning doorgevoerd. Verschillen kunnen blijven echter optreden omdat het definitief label dus een vereenvoudigde methode betreft.
