De vertrouwde weergave van het leidingstelsel is uitgebreid. Na het doorrekenen toont de software de gekozen leidingtypen (codering) in de stelselweergave. Hiermee is jouw invoer direct visueel te controleren, zonder dat je het hele rapport hoeft te doorzoeken.

Heb je een invoerfout gevonden? Pas dan direct de uitgangspunten (begrenzing en te kiezen afmetingen) aan of wijs de leidingen handmatig toe via het menu ‘Invoeren’.

Bij het gebruik van subtakken toont de software de subtakken in een aparte weergave. Ook als een subtak meerdere keren voorkomt - maar andere uitkomsten per subtak heeft – dan behoud je hiermee het overzicht.

Een goede selectie van de inregelafsluiters is essentieel voor de regelbaarheid van het systeem. Bij deze selectie komt flink wat ervaring en kennis kijken. Ook kost dit voor grotere systemen tijd, vooral als er in het ontwerpproces vaak van diameters wordt gewisseld. Waarschijnlijk moet je de selectie van een aantal inregelafsluiters opnieuw uitvoeren.

Om dit makkelijker te maken kan je met de update 10.44 gebruik maken van klepautoriteiten (zie ISSO 18 | 8.2 (in)regelafsluiters). Deze autoriteit is een eigenschap die aangeeft hoe groot de invloed van de regelafsluiter moet zijn op het leidingwerk achter deze regelafsluiter. In het voorontwerp kan je met deze autoriteit rekenen, bij het aanpassen van het ontwerp heeft dit dan niet direct gevolgen.

Met de uitkomsten uit de berekening, selecteer je later eenvoudig de inregelafsluiter op basis van de Kv-waarden. Zo bespaar je tijd en kies je eenvoudig het exacte type inregelafsluiter.

In de gasleidingberekening is met update 10.44 mogelijk een drukbegrenzer toe te passen. Als bijvoorbeeld het hoofdstelsel een hogere druk heeft dan toegestaan is in de woningen, dan reduceer je hiermee eenvoudig de druk.