Benieuwd hoe de Vabi consultants ervoor zorgen dat een geometrie snel gerealiseerd wordt en betrouwbaar is?
Is snelheid belangrijk? Teken dan zo min mogelijk losse ruimten. De geometrie bevat wat minder informatie en er hoeft dus ook minder gerekend te worden. Zodoende kan er sneller getekend en gerekend worden. Maak een inschatting van de ruimten die invloed hebben op de berekening. Teken bijvoorbeeld alleen de (maatgevende) ruimten waarvoor een eis is gesteld aan het thermische binnenklimaat.
Voor het opsplitsen van een plattegrond in ruimten is de (plattegrondview) handig.
Een aansluiting van hellende daken niet complex als je van groot naar klein tekent. Vabi Elements zorgt er automatisch voor dat alles goed op elkaar aansluit!
Zie je bij het tekenen een rood vlak of punt ontstaan? Los deze dan eerst op of druk op de undo knop (shortcut; ctrl+z) en teken opnieuw. Zo voorkom je dat er op een foutieve geometrie verder gemodelleerd wordt. Achteraf oplossen kost altijd meer tijd.
Elke punt en elke lijn worden verwerkt door de (grafische) rekenkracht van de computer. Soms blijven er na het bewerken punten en lijnen over die overbodig zijn. Verwijder deze zodat er sneller gerekend en getekend kan worden. Zorg er wel voor dat er alleen objecten verwijderd worden in een 3D-view zonder verborgen ruimten. Bijkomend voordeel: je hebt een beter overzicht op de geometrie.
Je tekent een ruimte met de rechthoek of polygoon functie. Heb je de vorm van de ruimte getekend verschijnt er een scherm, waar je de hoogte van de ruimte invult en waarbij je alle gemaakte sjablonen al zou kunnen koppelen. Het koppelen van de sjablonen en het aanpassen van de naam en ruimtenummer kan ook achteraf in stap 4. Koppelen.
Je tekent eenvoudig verschillende ruimten aan elkaar en op elkaar, om zo verdiepingen te creëren.
Tussenwanden kunnen niet zomaar verwijderd worden, omdat anders het volume niet meer kloppend is. Wil je een tussenwand verwijderen? Gebruik hiervoor de functie ruimten samenvoegen.
Met de functie duwen/trekken kun je een vlak verslepen.
Het is ook mogelijk om punten, lijnen en ruimten te verplaatsen. Hierdoor worden alle onderdelen die aan het te verplaatsen deel vast zit ook mee getrokken. Let hier dus goed op dat je niet zorgt voor rode vlakken en punten.
Gebruik de functie draaien om een gebouw te draaien. Het is ook mogelijk ook mogelijk om een vlak om een bepaalde as te laten draaien om een schuine wand te creëren.
Met de functie repareren, kun je vlakken die niet meer vlak zijn (rood), weer vlak maken. Er wordt hiervoor een hoekpunt van het vlak zodanig verplaatst dat het vlak weer correct getekend is. Dit kan soms ervoor zorgen dat er een ander vlak juist weer rood wordt omdat het hoekpunt nu verplaatst is. Het opnieuw tekenen van een ruimte is soms de beste oplossing.
Selecteer de verwijderfunctie en selecteer vervolgens het punt, de lijn, het deelvlak of de hele ruimte (met CTRL ingedrukt). Je kunt ook eerst meerdere onderdelen selecteren (met SHIFT ingedrukt) en daarna op de verwijderfunctie of deletetoets drukken.
Je kunt niet zomaar wanden of vloeren verwijderen, omdat dan het volume niet meer heel is. Wil je een tussenwand verwijderen bekijk dan de video ruimte samenvoegen.
Je kunt eenvoudig verschillende soorten deelvlakken toevoegen aan een wand. Selecteer de functie deelvlak plaatsen en vervolgens de wand/dak/vloer waar deze in moet komen. In het venster kun je de afmetingen invoeren. Met CTRL ingedrukt herhaal je de vorige actie en plaats je een deelvlak met de zelfde eigenschappen als het als laatst geplaatste deelvlak.
Met de functie luifel plaatsen, kun je langs elke lijn een luifel plaatsen die voor schaduw zorgt (Gebouwsimulatie en Koellast)
Verplaats het maaiveldhoogte naar boven of beneden, om bijvoorbeeld van een getekende ruimte een kelder te maken, waarbij alle wanden grenzen aan grond.
Met de functie as verplaatsen, kun je de richtingen van de as wijzigen. Wanneer je een rechthoek moet tekenen langs een schuin vlak kun je hiervoor eerst de de assen aanpassen.
Klik op Reset as om de as weer naar de oorspronkelijke instellingen te zetten.
Wanneer ruimten zijn verborgen, kun je met de functie alles weergeven, alle ruimten weer zichtbaar maken.
Verberg een of meerdere ruimten met de functie ruimte verbergen. Wil je meerdere ruimten tegelijkertijd verbergen? Selecteer deze eerst met SHIFT en CTRL ingedrukt.
Plaats een doorsnede om binnen het gebouw te kijken.
Isoleer een bouwlaag met de functie bouwlaag isoleren.
Selecteer een van de type weergaven om het gebouw te bekijken.
Kies uit verschillende aanzichten. 3D perspectief, 3D parallel, plattegrond en zijaanzichten.
Sla het huidige aanzicht op of maak van elke verdieping een plattegrond. Deze worden toegevoegd aan de afbeeldingen onder Projectgegevens-Projectgegevens